gaan als blinden over straat
zijn altijd ouder dan hun leeftijd voorschrijft
kennen de richting niet van hun gaan
kennen het doel van hun bestaan niet
en dat van anderen
kwamen dan ook nooit ergens aan
gaan altijd weer ergens aan voorbij
deze beschrevenen, deze beschrijfsels
zijn de overblijfsels van een haperend bestaan
waarin ploeteren langzaamaan gestaakt wordt
en men niet langer voorwaarts gaat
in geen enkele zin verbijsterd
deze zijn de laatste woorden nog
voordat het leven stopt
men ziet het leven in snelheid
aan zich voorbij gaan terwijl
men zelf duizelingwekkend snel
achterop raakt
en daar alleen blijft staan
al heel klein geworden in eigen perspectief
en dat van degeen die nog eenmaal omkijkt
hier loopt men niet meer
maar zitten de gedichten
als zieken in bed
door andere nog eenmaal rechtop gezet
en toen snel verlaten want haast moet
maar werd nooit een gemeenschappelijk goed
hier prevelt men de laatste woorden van
wat men zich herinnering waant aan het bestaan
van woorden en van de betekenis van woorden
en van dat wat zich niet langer hoorbaar en begrijpelijk
vertellen laat, hier verliest men het geheel
samenhang van gedachte en woord
van adem en hartslag, van verdriet en hard gelag
door zichzelf nog wat bij elkaar gestameld
van leven en liefde het oud verhaal
en dan is het voorbij
niets blijkt gezien, niets blijkt gehoord
nergens en niemand blijft men nog bij
men valt uiteen, en men is vrij!
Subscribe to:
Post Comments (Atom)

No comments:
Post a Comment