Friday, 31 October 2008

hoe is het toch mogelijk

dat ik zo van die gezichten hou
die zo oud en gekreukeld zijn
die zo gelooid en zo gebarsten zijn
wat houd ik toch van oud

ik houd zo van voorbij
ik houd zo van de dood
die zich op die gezichten legt
niets doet mij fijner pijn
dan één van die gezichten zijn

ik weet niet waarom

Sunday, 26 October 2008

verhaal over uw liefdesleven

ik ben nog zó jong, het leven lacht mij toe
ik ben ook écht heel blij, met mijn man
hij is knap, mijn vriendinnen vonden hem
vroeger onweerstaanbaar, ik zie ze niet meer
maar iedereen zou zo'n man willen hebben
en uitgerekend ik, mijn hele leven, hij mij.

ons kind: lief, ik kan niet anders zeggen lief
de leuke baan die ik altijd gewild heb
filiaal manager in een kledingboetiek, klein filiaal
was altijd gek op kleding, zag er goed uit vroeger

Johan en ik werken allebei vier dagen, Johan
brengt Suzanne sochtends naar de Gele Trompet
ik haal haar savonds op van het kinderdagverblijf
we eten kant en klaar, met zijn drieën
Suzanne voorlezen uit "Kikker", Johan
naar boven brengen, ik, zing Maantje gluurt
maantje tuurt, kusje, dag schatje
tot elf uur t.v., wij naar bed, sochtends op

Weekend boodschappen vast lijstje, werken
in de voortuin aan ons straatje, plaatje, Johan
poetst de auto , bezoeken zaterdags de moeder
van Johan, is erg alleen, zolang ze nog leeft
zondags, mijn ouders, ook dagje ouder, zolang ze etc.
papa herkende mij een keer niet meer
Suzanne nog even naar de speelplaats park
schommel. draaimolen. geitjes. hoe heet het.

Ik ben nog zo jong. het leven lacht me. toe.
ik ben best tevreden. met mijn. leven.
ik kan goed tegen de sleur. waarin ons leven
waarin het leven. goed kan tegen kan. sleur. kan. ik.
verdomd goed. sleur. het leven Johan, en Suzan.
en. ik. zo jong nog. leven lacht. sleur. toe.

Friday, 24 October 2008

wat kan mij het boeien

wat kan mij het boeien
dat het gedicht niet loopt
de buurman niet spoort
de pen niet schrijft
het papier zich niet volschrijft
de t.v. zich niet bekijkt
het boek zich niet leest
de radio zich niet luistert
de muziek zichzelf niet speelt
het koper niet vanzelf schalt
en het oor zich niet hoort
de sigaret zich niet rookt
de whiskey zich niet drinkt
het lied zich niet zingt
de dans zich niet danst
een geboorte niet wordt geboren
en de dood zich niet sterft
de schoen zich niet loopt
de pik zich niet naait
en de kont zich niet poept
dat mens en werk niet beklijven
wat heb ik eraan om problemen te maken
waar ze niet zijn, om te praten waar niemand luistert
oplossingen te bedenken voor problemen
die helemaal geen problemen zijn

wat kan mij het schelen dat regen
naar beneden valt en nat is
dat moet de regen zelf weten
vroeger ben jij misschien een steen geweest en
kun je dat nu nog zien, weet ik veel?
stenen weten niets? je moest eens weten!
kan mij het schelen dat stenen niet weten
dat hersens zich niet bedenken
iedereen moet alles zelf weten
voor zichzelf maar zonder anderen lastig te vallen

kan mij het schelen dat de bijbel de bijbel is
en niks meer dan dat een boek zoals vele andere
dat de Volskrant de NRC niet is en andersom

kan mij het toch schelen dat de trein niet komt
niet op tijd komt, of wel komt op tijd, maar niet stopt
kan mij vroeger of later schelen
ik ben hier niet voor iets speciaals
noch ben ik hiet voor niks of nergens voor
verlang niet naar vader verlang niet naar moeder
verlang niet naar vroeger verlang niet naar later

ik ben hier en nu
ik ben hier voor waarheid en werkelijkheid
voor het hier en nu alleen
maar wel met alles en iedereen om mij heen
en met allen en alles één

het kan mij niet boeien
dat ik deel uitmaak van alles
waarvan ik deel uitmaak
ik ben ik dat is deel van het geheel
een beetje steen, een beetje boom, een beetje dood
een beetje van dit en een beetje van dat
maar wel autonoom in het hier en nu
en in staat om anderen de helpende hand te bieden
hen te helpen, om van brood te voorzien
waar te nemen en naar het moment te handelen
in waarheid en in werkelijkheid
dat kan mij schelen

Mooie afsluiting van een eenzijdige liefde

hij woonde op de negende
zij woonde op de zevende
en route naar 't werk groetten zij elkaar
in de lift, en waren zeven verdiepingen
bij elkaar, samen
tot de begane

hij wist dat het niets worden wou
dat het altijd zo blijven zou
met hem en die verlichtte vrouw
voor hem was dit de eeuwigheid
voor haar was dit verloren tijd

zij kleedde zich zoals louter
een vrouw zich kleden kan
(sorry jongens)
zwijgend verliepen de verdiepingen
in een bijna niet te durven gedachte
zag hij haar zonder haar kleding aan
en dacht wat mij ontbreekt is adem

een ochtend is hij vroeger opgestaan
dan hij anders deed of ooit had gedaan
kleedde zich netjes aan, kostuumpje
nam er de tijd voor, stropdasje, luchtje

om zes uur stond hij goed verzorgd
in het kozijn van zijn slaapkamerraam
sprong toen en riep haar achternaam
(kende hij van de brievenbus en het naamplaatje)

hij kwam langs háár slaapkamerraam
moet haar wel naakt hebben zien staan
want hij lag daar beneden, op het plaveisel
maar keek zo intens tevreden
zoals hij nog nooit had gekeken.

Tuesday, 21 October 2008

ergens wat te doen met iemand?

hoi, is er vandaag ergens wat te doen met iemand?
nee, er is vandaag nergens wat te doen met iemand
oké, even over gisteren
ja, what about gisteren?
was Joke er nog?
nee, die ik heb ik niet gezien
en Anne-Marie
nee, die ook niet

Christiaan, was die er wel?
wie?
Christiaan!
die ken ik niet
ken jij Christiaan niet?
nee, ken jij Christiaan dan?
nee, maar ik dacht jij kent bijna iedereen.
nee, hoor, ik ken echt bijna niemand

maar wie waren er dan allemaal?
dat weet ik niet precies hoor
ben jij nog lang geweest dan?
nee, ik ben helemaal niet geweest.
ben jij niet nog heel even geweest?
Nee, maar jij toch ook niet?

nee, maar ik wist niet waar het was
wist jij niet waar het was?
nee, dat wist ik niet. Jij wel?
nee, ik wist ook niet waar het was.

was er überhaupt wel wat te doen dan?
waar was überhaupt wel wat te doen?
ik zou niet weten waar!
nee, gisteren was er niks te doen.
waar precies was niks te doen dan?

ik heb geen idee waar het precies was
maar was er wel wat te doen dan?
daar, waarvan ik niet weet waar het precies was?
ja, daar waarvan je niet weet waar het was
daar was in ieder geval niks te doen
was er ergens anders wel wat te doen met iemand?
nee, volgens mij was er overal niks te doen met iemand

nergens wat te doen met niemand?
nee inderdaad, maar dat was gisteren
en vandaag? Nog ergens wat te doen met iemand?
nee, vandaag is er ook nergens wat te doen met niemand.



.

denken

als je denkt
het moet nog komen
is het al weer voorbij

denk je dit is het zeker?
dan is dit het zeker niet

denk je
het is zeker al geweest
dan moet het nog komen

denk je dit is het niet
dan is dit het juist wel

denk je is dit het nou?
dan is dit het waarschijnlijk

denken doe je niet

leven

en
dat
u
er

maar
heel
lang

plezier
van
mag
heb
ben

Tuesday, 14 October 2008

toch nog raak

er was eens een gemene vent
en die schoot altijd iedereen dood
maar op een mooie dag
schoot hij bijna helemaal mis

en de kogel ging over alles
en iedereen heen dus over
de hoofden van de mensen
en de toppen van de bomen

en op die manier de wereld rond
tot die kogel weer verscheen
maar dit keer op de achtergrond
en de kogel verdween in die vent
zijn eigen kont

precies in het gat, voor straf!
nu kon hij nooit meer poepen
en hij moest al zo erg
net goed, gemene man!

Sunday, 12 October 2008

gedichten zijn ook maar mensen

gaan als blinden over straat
zijn altijd ouder dan hun leeftijd voorschrijft
kennen de richting niet van hun gaan
kennen het doel van hun bestaan niet
en dat van anderen
kwamen dan ook nooit ergens aan
gaan altijd weer ergens aan voorbij

deze beschrevenen, deze beschrijfsels
zijn de overblijfsels van een haperend bestaan
waarin ploeteren langzaamaan gestaakt wordt
en men niet langer voorwaarts gaat
in geen enkele zin verbijsterd

deze zijn de laatste woorden nog
voordat het leven stopt
men ziet het leven in snelheid
aan zich voorbij gaan terwijl
men zelf duizelingwekkend snel
achterop raakt
en daar alleen blijft staan
al heel klein geworden in eigen perspectief
en dat van degeen die nog eenmaal omkijkt

hier loopt men niet meer
maar zitten de gedichten
als zieken in bed
door andere nog eenmaal rechtop gezet
en toen snel verlaten want haast moet
maar werd nooit een gemeenschappelijk goed

hier prevelt men de laatste woorden van
wat men zich herinnering waant aan het bestaan
van woorden en van de betekenis van woorden
en van dat wat zich niet langer hoorbaar en begrijpelijk
vertellen laat, hier verliest men het geheel
samenhang van gedachte en woord
van adem en hartslag, van verdriet en hard gelag

door zichzelf nog wat bij elkaar gestameld
van leven en liefde het oud verhaal
en dan is het voorbij
niets blijkt gezien, niets blijkt gehoord
nergens en niemand blijft men nog bij
men valt uiteen, en men is vrij!

Thursday, 9 October 2008

de allergrootste ramp

de mens in dit rampzalig leven
komt vele rampen tegen waarvan
de mensen zelf in het geheel
de allergrootste rampen zijn

van alle rampen is wellicht de mens
voor zichzelf uiteindelijk nog 't allermeest
meer nog dan voor de andere mensen
de allergrootste ramp geweest

Tuesday, 7 October 2008

I.M. pa 07-10-07

vers
voor u
geschreven

veel
van u
weggelaten

vers

weg