ze hebbe een vent opgehange
die heb allemaal mensen doodgemaak en
die vent hebbe ze opgehange hij heeft
de moeders laten zitten zonder kinderen
en de kinderen zonder moeders
en geen kinderen zonder hun geen moeders
en hun geen moeders zonder hun geen kinderen
maar die vent heb ook naar gras gekeken
en aan bloemen geroken, en brieven geschreven
aan zijn moeder, en gelachen naar zijn geliefde
en die vent hebbe ze gemakshalve ook opgehange
dus die vent die ze hebbe opgehange
niet dat ze die helemaal niet hadde moete hange
die hadden ze niet helemaal moeten ophangen
maar bijvoorbeeld maar voor drie vierde of vijf achtste
Subscribe to:
Post Comments (Atom)

No comments:
Post a Comment