Wednesday, 20 August 2008

gesprek is het woord niet

vreemd hoe de doden opnieuw zoeken te spreken
beginnen te spreken, eerst aarzelend wat binnensmonds
niet van binnen naar buiten, maar van buiten naar binnen
eerst schijnbaar kwetsend, maar dan zacht, en mooi rond

zou je haast zeggen wat onwennig ook alsof woorden
opnieuw geleerd willen worden maar dan raar andersom
want andersom het leven belevend maar om en om
vooruit sprekend niet hardop want uit geen mond

alsof nieuwe woorden zoeken moeten, waar?
voor de taal die ze na de dood te spreken krijgen
nu te vertalen verlangen van daar naar hier
moeten zien te krijgen, zonder mond, zonder meer

in de hoofden van de levenden die deze taal nog
niet mogen spreken laat staan smeken te verstaan
mogen is het woord niet en verstaan is het woord niet
geen gesprek op gang te komen tussen hier en daar

er zijn geen woorden voor die niet spreken en toch
worden verstaan door hen die nooit zijn gegaan
die maar zijn blijven staan terwijl nog zij keken
hoe de stervende verdween ijl al heel al en heen

Tuesday, 19 August 2008

Opruimen

het is een chaos, ik kan niets vinden, niets, troep, puin
niemand kan wijzen waar het allemaal ligt al die rotzooi
want ik kan niemand vinden zelfs niemand kan ik niet vinden
ik kan niets vinden omdat ik niets kan vinden en
omdat ik niets kan vinden kan ik niets vinden zo
moeilijk is het toch niet?
hier is een stoel, hoera ik heb een stoel gevonden in het universum
Annet jij ben toch klein jij kan wel op het kleine stoeltje zitten gaan
waar zat je al die tijd Annet alles is kwijt. In het Universum.

Als we je maar niet kwijt raken in die monsterlijke rottroep
Oh daar is Jaap. Jaap waar zat je nou Stommeling, Aap, Jaap de Aap
waarom kom je nu pas uit die rottroep gekropen afzichtelijke primaat
hoe lang ben je weggeweest dan sukkel, en waar is je moeder?

jongens er is iets ergs: 1/Jaap is terug en 2/ zijn moeder is zoek
tegen wie lul ik eigenlijk? Waar zit jij nou weer Annet, stomme
stomme kleine Annet, jij zou toch op je stompzinnige kleine stoeltje
zitten gaan en je benen bij elkaar houden as dame, oh daar ben je, ik keek
over je heen, Jaap zoek jij eens een flinke grote stoel voor jezelf
ligt je moeder nog ergens onder die puinhoop van tafels en stoelen en
papier, en fabrieken en treinen en marktkramen, planeten, Ufoos
zweeft ze rond in de eeuwigdurende duisternis met haar stofzuigertje?

wat het er allemaal niet feestelijker opmaakt, ik wil dood, bedaard
wat kan mij dat nou verdonkeremaandonderstenen stom stuk vuil
heb jij er zoon bende van gemaakt in het Universum?! Alle sterren
door elkaar heel raar maan zoek zon zoek alles zoek
Ik zie je er wel voor aan Jaap, het duurde drie uur voor jij uit die troep
te voorschijn kwam wat lig je toch te doen in die chaos van het universum
Jaap jij bent jarig geweest, hoeveel lichtjare ben je nou, hebbie nog een oude
taart uit die krankzinnige Bende voor ons meegebracht hoezo je moeder

het hele universum is kwijt, het is een troep, krankzinnige alles is weg!
dat we het universum niet kunnen vinden terwijl het zo groot is!
heeft het universum ons gevonden wellicht ?omdat we zo klein zijn?
of zijn we misschien te klein om gevonden te worden?
Dit wordt zo langzamerhand een interplanetaire discussie terwijl ik
alleen mijn kantoor maar probeer op te ruimen,
mijn kantoor in Universum, Mijn universum als Kantoor

Monday, 18 August 2008

Dit moet het leven zijn waarover mijn moeder sprak

Nu ga ik echt, luister hoe ik voor altijd verdwijn
weg, onvindbaar, met de wind, buiten de aarde
hoe je dat kunt horen?. met je oren tut hola
luister naar mijn koffers die over de grond slepen
luister naar hoe leeg die koffers zijn omdat ik niks heb
niks meer, niks meer over na al die jaren,
om op mijn barre tochten mee te zeulen!
zeg me een ding niet, zeg niet: je wil het toch zelf!

waarom ik die koffers dan meezeul? waar bemoei je je mee?
Het is het enige op aarde wat ik nog bezit mijn koffers
met niks d'r in, wil je die ook nog vuile slang?

al mijn geld opgemaakt, en waaraan mijn geld?
Aan jouw natuurlijk,
Aan nutteloze tutsels en frutsels die je mooier moesten maken
heb je mij daar één keer om horen vragen? Ik vind het helemaal
niet erg dat je foei en foei lelijk bent, je doet pijn aan me ogen
maar heb je me ooit horen klagen, ik vind het niet erg dat je oud
bent en nog lelijker dan je moeder, maar mijn geld mijn geld

Om je steunzolen, en je corsetten, en je fluwelen toiletpapier
en de parelmoeren smeerseltjes die je op je perkamenten
huidje moest smeren om er de scheuren mee te dichten
om je haren te verven, je nagels je lippen je oogleden
en wat heeft het mij opgeleverd? Mis Joeniefeurs? Pijn.
al mijn geld, mijn geld, mijn hele leven, naar de Filistijnen

En ik neem allebei de koffers mee, ook al zit er geen moer in
Nee, nee, nee, ik laat geen koffer achter voor jou, ik deel niet niks meer
niks niks niks zit er in die lege koffers, en als ik er nu een achter laat
ga ik met een lege koffer weg, voor altijd met een lege koffer!!

ga me niet op de valreep ziedend maken door te zeggen dat ik
beter zelf in die koffer kan gaan zitten, dacht je dat ik gek was?
Wie gaat die ene koffer dragend dan??? Sukkel!! Ik zit er dan toch in!!
Oh ik weet het al. jij wil hem dragen zodat je altijd bij me kan blijven
wat zijn vrouwen toch een listige adders, zo kan ik het hele universum
bereizen en als ik uit stap sta jij daar weer met die opgengeklapte koffer
en waarom om mij mijn geld en mijn goede karakter uit te melken

mijn leven, heel mijn leven zit in die koffer die ik meesleep
En wat about de kinderen die hinderen die wou je zeker in die andere
koffer doen, zodat ik als ik berooid aan het andere eind van het universum kom
aan het einde van werk en leven en tijd en stof
dat je de koffer opent waar ik in zit een zegt we zijn er
en dat je de andere koffer ook opent en de kinderen eruit laat
dit is het leven in een notedop, ik ga nu weg alleen met twee koffers

Luister naar het slaan van de deur: godverredomme ik kom niet eens
met die twee grote nutteloze lelijke lege rotkoffers door dat rot gat
ik gooi eerst de koffers een voor een naar buiten, en dan gooi ik
mijzelf erachter aan, luister met je varkensoren: BEEEEEEEEENNNNGGG

Ja, je hoort het goed daar ben ik weer
om je gezicht te zien van pijn vertrokken
om je op de grond te zien liggen spartelen in tranen
omdat ik voor altijd weg ben voor altijd hoor je
voor altijd dat is niet niets, dat is niet zomaar even
als je dat soms mocht denken je kan niet denken

ik ga nu voor altijd voor goed voor eeuwig
realiseer je wat ik zoeven heb gezegd
ik was alleen maar vergeten des leutels op tafel te leggen
hier zijn de sleutels, kan je de deur elke keer twee keer op slot doen
voor eeuwig en voor altijd, je houdt je groot, hè?!!

Luister hoe ik nu de deur voor eeuwig in het slot gooi
maar voor ik dat doe, wil ik zeggen dat het dit keer
geen spelletje is, dit keer niet, manipulatieve heks
sta je nou te lachen, terwijl al mijn geld voor eeuwig op is?
moet ik je eerst vermoorden voor ik voor eeuwig weg ga?
ik verdom het, ik weet hoe jullie zijn, ik verdom het, ik ga
niet meer, voor eeuwig en altijd, ga ik helemaal nooit en nu
heb je deze dag ook nog helemaal verpest, voor mij, maar ook
voor die schapen van kinderen, waarom besta jij eigenlijk?

Tuesday, 5 August 2008

we vergisten ons slechts in de tijd

eigenlijk begint het toch met een heel leven
alles zit erin, het is compleet , het is af
daar is moeder weer ze klopt het stof van vaders kleren
want hij komt net met moeite uit het graf hij
is nog wat stijf in de lippen net zoals vlak voor hij stierf
maar dan beginnen ze weer te praten

aanvankelijk gebruiken ze de woorden andersom
dreveil, stamelt vader, dreveil zegt moeder
ben je daar eindelijk, zegt ze, hoe bedoel ik het?
nee, zegt hij, ik ben er pas , hoe bedoel je?
en ze beginnen te wandelen, er verschijnen
wandelpaden onder hun voeten die er weer zijn
de geest, het lichaam, de voeten, de paden
ik was wel even in de war, zucht moeder, ja
zegt vader je was altijd al een beetje in de war

kijk eens wie daar aan komen
de kinderen zegt moeder, waar hebben die
zo lang gezeten, maar wij waren er al die tijd
helemaal nog niet, ook wij beginnen
van achteren naar voren en daar zijn onze kinderen
ook, ze komen uit school, we gaan nu uit elkaar
iedereen krijgt opeens haast om de jaren
in de maanden onder te brengen, de maanden
in de weken, oh wat duurt het leven kort
daar zijn de dagen alweer, en weldra
veranderen ze in uren, lang zal het niet duren
daar zijn de halve uren die vallen uiten in kwartieren
en God daar zijn de eerste minuten al, het wordt nu

aftellen geblazen tot de uiterste sekonde,
de eerste voorterug een fractie van een sekonde terug
een fractie terug van een fractie terug
van een fractie van van een fractie terug van
daar begint het eigenlijke leven pas

teruggebracht hebben we onze hele leven
we brengen het leven terug naar waar het begint
en de geschiedenis wordt toekomst
en de toekomst wordt geschiedenis
zo heb je je vergist we konden immers nooit zien
wat er nog niet was maar immer wat er ooit
zo ontzettend was geweest geweest
geweest geweest was ontzettend zo!
wij liepen en keken achterom waar wij
wij vooruit hadden moeten kijken vooruit