gisteren leest ik een krant
hij komt niet overeen met mijn tijd
en mijn verstand bovendien lees ik
oude slechte dingen terwijl de letters
voor mijn ogen dansen en oren zingen
ik heef ook een been waar in gots naam
moet ik heen gaan, geen lees geen luister
altijd een schoen te veel gekoop ik wou
dat ik net zoals een ander loop met twee
hooguit drie normale foetjes mij fortbeweeg
de bril die ik op heef is niet uptoedeet
zit altijd een scheetje beef en verscheeft mij
waardoor het beeld wordt vertekent
ik steeds naast mijn wereldbeeld licht
ook heef ik moeite met de betaal
om geld in woorden te verbaal
ik houd niet van versierde taal
ik spreek de oude klare taal kaal
als lig zit stil af dood rothond
ik heef een lui oor die altijd geef
het geluid van gisteren door hoor
waardoor ik met oog en oor
ik het verleden keek en speeksel
zo loopt mij altijd achter het nieuws aan
als achter de muziek ziekmakende
wat is een mens zonder muziek gewoon
een mens zonder muziek en wat is muziek
zonder mens geen muziek er is niemand
die mij muziekt en er naar luister dus
hoor zeg het voor er valt weer een rekening
van gisteren in de bus en de postboer
ik zie hem alleen maar aan komen
hij is nog niet weg of ik heef de
rekening ook nog niet betaals
komplotten tegen de gebrekige mens
zo denk ik er over wie niet eet zal
ook niet werken en wie niet ziet zal
ook niet kijken en wie niet hoor luister
niet naar deze wereldoor log het moch
niet zo zijn zoals de mens uiteindelijk
in elkaar steekt zich zelf mens tenslote
gelukkig door zijn verkeerde gelukkig
Subscribe to:
Post Comments (Atom)

No comments:
Post a Comment