Friday, 22 February 2008

er is een tijd man

Er is een tijd dat een man
er is een tijd dat een man
verdomme nog eens aan toe
ik zou het niet beter kunnen zeggen

er is een tijd dat een man iets moet
een man iets helemaal man moet doen
iets mannnelijks moet gaan doen man
zodat hij en iedereen anders weet dat

hij moet zegge tegen zichzelf jij man
nou gaat het gebeuren je hebt een zoon
je hebt een vader, je hebt een piemel
maar geen verstand en je houdt van drank

deze man is een echte man hoor en
anders gaat hij er wel een worden zijn
dus ik weet wat jullie gaan zeggen gaan
met jullie vooringesproken monden

jullie kelen en monden en lippen
die naar vooringenomen begrippen
en woorden staan kijk jullie spreken de
woorden na van pa en ma en gaan

Thursday, 7 February 2008

Hoe het moet in het leven

je moet de gordijnen een beetje dicht laten
zegt ma op winterochtenden anders zien ze je
je weet niet als ik een ding heb geleerd
in mijn leven is dat je weet het niet waarom

waarvoor waartoe waardoor waar het is zo
verwarrend allemaal alles is zo verschrikkelijk
verwarrend om van kinderen maar te zwijgen
hoe moeten die arme schapen ooit weten wat

wat verwarrend is en wat niet verwarrend is
als niet eens hun moeder weet wat wel
wat niet verwarrend is, verwarrend is dat
waar het allemaal wel niet goed voor is
wat een mens allemaal wel of niet moet doen

om het juiste te doen en het onjuiste niet te doen
vaak weet je niet wat juist is of hoe juist iets is
als je het wel weet, en andere keren weet je niet
of iets onjuist is of hoe je niet onjuist moet doen

het bestaan is een groot raadsel en duister
je tast met je handen in het volledige duister
en wanneer je een keer denkt ik begrijp het
hoe het zit zit het weer niet zo maar anders

een mens weet gewoonweg niet waarvoor
waar het anders nog goed voor is misschien
kijken ze wel naar binnen je weet het niet
bovendien er gaat veel warmte verloren

als ik daarover nadenk hoeveel warmte
er op aarde elke minuut verloren gaat
word ik helemaal gek iedereen doet maar
wat, ze denken zeker dat warmte geen geld kost
dat de warmte op de wereld niet opkan dan
hebben ze zeker de oorlog niet meegemaakt

ze denken vaak van alles, de mensen
misschien denken ze wel over ons
dat we arm zijn terwijl we het zo goed hebben
we dragen nette kleren we eten drie keer per dag

of er iemand is ze gaat op haar knieƫn de sintels uit de kolen kachel halen op de uitgevouwen krant van gisteren, dan maakt ze het vuur aan en zucht de dag is begonnen, ik kijk toe en denk hoe moet het verder in godsnaam het komend uur de weg naar school, deze dag hoe moet ie gaan deze dag hoe moet ik hem doen? elke sekonde kan ik iets verkeerds zeggen of doen elke sekonde in de rest van mijn leven hoe ben ik twaalf geworden? en morgen begint er weer een nieuwe dag hoe moet ie ook de hele week begint er een nieuwe dag elke dag kan een kind iets ergers bedenken levert steeds meer verwarring op steeds meer verwarring ik durf niet te denken aan het leven dat al begonnen is maar niet op gang komt ik weet niet hoe het leven moet en ik weet niet die precies weet hoe het moet

Wednesday, 6 February 2008

arbeiders mentaliteiten

het was er steeds maar naast vader
het was telkens iets te weinig moeder
het was steeds iets te bijna zuster
en het was steeds iets te veel broer
familie was nooit een familie geworden
gezinnen werden er nooit gezinnen
er ontbrak iets aan wat wij ons net niet
helemaal geven konden en wisten te geven

schoenen waren steeds halve maatjes te klein
of te groot en broeken altijd iets te groot
of te klein potloden waren er net iets zonder
een puntenslijper en tekeingen waren er
niet zonder geen papier in huis


er was veel verwarring en verwarring
zaaide veel verwarring en verwarde en verwarde
de kinderen werden er nooit helemaal kinderen en
eenmaal bijna pubers werden ze nooit helemaal
eenmaal bijna volwassen werden ze nooit helemaal
helemaal helemaal werden ze nooit helemaal

beleefd waren ze wel, ze lachten op tijd
en gaven een hand maar geen goede hand
wel de rechter hand maar geen goede hand
ze spraken de taal niet helemaal ze waren
wel hoorbaar de schuchtere woorden maar
ze haalden niks uit die nutteloze woorden
die wij leerden spreken onder ons altijd
mankeerder er iets aan onze woorden alsof
ze alleen maar thuis bruikbaar waren ja ja
ze bleven altijd alleen maar thuis bruikbaar

onze manieren, ons staan en gaan, al die moed
waaraan het ons ontbrak, steeds net iets net iets
steeds net niet hele, net niet helemaal om zeg maar
dat arbeiders die arbeiders om daar uit e komen
het waren geheimen waar we eenvoudig niet achter kwamen

we kwamen eenvoudig niet achter geheimen
die ons eigen geheim nooit zouden worden
we waren ook geen mensen voor geheimen
we wisten niet hoe met een geheim om te gaan
nou dat hebben we geweten want voordien al
zagen ze aan ons af dat we nooit een geheim zouden hebben
alleen wij wij wisten het niet dat er een geheim bestaat
die alleen de arbeiders niet kennen

de verloren tijd

ik wil niet overal een punt van maken
maar er gaat heel veel tijd verloren veel tijd
van veel mensen ze moeten geboren moeten dood
daar gaat veel tijd in zitten daartussen in
en misschien ook er voor al en ook erna wellicht
kost een persoon veel tijd laat staan meer personen
ache ache ach er gaat zoveel verloren

moet je kijken wie er toch allemaal om je heen staan
te ouwehoeren en ingewikkeld te doen met handdoeken
in en uit de verloskamer rennen met tangen de pomp
veel bloed ook verloren, de moeder, de vader en weer
hun vader en moeder en vader en moeder en die weer
hun vaders en moeders en vaders en moeders
kan je uitrekenen hoeveel verloren verloren verloren
tijd tijd tijd tijd tijd tijd tijd en tijd

al die verloren vaders en moeders enverloren
de omaas eb opaas de neven en nichten verloren
de zusters en de broers, de kleinkinderen en de kinderen
allemaal maken ze tijd op van zich zelf en van elkaar
leven is een tijdrovende kwestie

natuurlijk er gaat veel papier verloren, veel raakt zoek
veel water gaat er verloren, veel vlees en veel graan het is
niet om aan te zien zoveel trekt er aan je geestesoog voorbij
voorbij voorbij oh en voorgoed voorbij veel tijd
veel geld wordt er ook uitgegeven hoe meer het wordt uitgegeven
des te meer het wordt uitgegeven van hand over hand over hand
en tijd is geld en geld is tijd, en vlees is tijd en graan is tijd
en geduld is tijd, en drank kost tijd, werken kost veel tijd
niet werken kost ook veel tijd misschien net zo veel of meer

en zo gaat de tijd verloren er komt steeds meer van
wat tijd opmaakt en er moet steeds weer tijd bij gemaakt
het is gewoon geen doen wie houdt dat in godsnaam allemaal bij
er moet toch iemand zijn die de balans bijhoudt
die er toezicht ophoudt dat er even veel tijd komt
als er voor bij gaat, en wie maakt al die tijd en
waar gaat verloren tijd eigenlijk heen als zij verloren is
als zij reddeloos verloren is?